top of page

ruimte

Literatuur 

 

De ruimte van een time-out kan verschillende vormen aannemen. In termen van time-in (time-out in het eigen klaslokaal) denken we aan een afgezonderd hoekje dat ofwel prikkelarm ingericht kan worden ofwel een ruimte die uitnodigt tot rust. In het eerste geval denken we aan een bankje en tafel, bij voorkeur visueel afgescheiden met panelen zoals bijvoorbeeld concentratieschermen, soms zelfs met akoestische demping. Op die manier worden de verschillende kleuren en bewegingen van het klaslokaal weg gefilterd. De panelen kunnen neutraal in wit of hout gemaakt worden, maar ook geschilderd. Blauw werkt daarbij als rustgevende kleur, groen werkt inspirerend en tegelijk rustgevend. Er wordt zo weinig mogelijk opgehangen in deze hoek om de prikkels tot een minimum te beperken. De leerling kan in deze hoek rustig werken aan eigen taken of alternatieve taken. 

 


 

 

 

 

 

 



 

​

Figuur 1: voorbeeld van een concentratiescherm aan een bank

 

In de vorm van een rusthoekje denken we eerder aan een ‘knusse’ ruimte met bijvoorbeeld kussens of een zitbankje waar leerlingen een boek kunnen lezen, kunnen tekenen of even niets doen om op die manier tot rust te komen. Deze ruimte is best ook visueel afgeschermd van de rest van de klas. Vaak zien we hier al meerdere kleuren en prikkels terugkomen.

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

 

Figuur 2: voorbeeld van een rust-hoekje

​

Daarnaast kunnen ook afzonderlijke “stoelen” gebruikt worden om een tijdelijke time-in in de klas (of de gang) te organiseren. Het gaat dan over ‘rode’ stoelen of nadenkstoelen waar kinderen gedurende een afgebakende tijd op moeten gaan zitten. 

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

Figuur 3: voorbeeld van een time-out stoeltje.

​

Belangrijk om in het achterhoofd te houden van deze verschillende vormen van time-in ruimtes, is een preventieve- of curatievewerking. Worden leerlingen ‘als straf’ in tijdelijk in een ruimte of op het stoeltje gezet? Kunnen zij zelf kiezen om hier naartoe te gaan wanneer zij frustratie voelen opkomen? Wijzelf geloven sterk in een preventieve werking. We verwijzen hiervoor verder naar het thema ‘preventieve werking’.

​

Naast deze ruimtes in het klaslokaal, is het sterk aan te bevelen dat er op schoolniveau enkele rustruimtes gecreëerd worden waar leerlingen naartoe kunnen gaan wanneer zij dat wensen. De laagdrempeligheid van deze ruimtes bepaalt mee het succes. Scholen kunnen deze ‘rustzones’ voorzien in de gang, een (deel van de) studiezaal, de eetzaal of bibliotheek, de snoezelruimte,… . De toegang tot de rustruimte is best voldoende breed, meubilair dat er staat dienen makkelijk verplaatsbaar te zijn zodat de ruimte ten alle tijden anders ingericht kan worden, naargelang de behoeften op dat moment.

 

Let op dat de toegankelijkheid niet aan de eigenheid van de ruimte raakt. Het zelfstandig toegankelijk betreden van een dergelijke ruimte kan een aantal gevolgen hebben die aan de eigenheid van de ruimte raken, denken we bijvoorbeeld maar aan trapjes of een vloer vol kussens bij leerlingen in een rolstoel of met minder mobiliteit. Je maakt dan ook best een goede afweging tussen het doel van de ruimte en de doelgroep die (zelfstandig) gebruik zal maken van deze ruimte.  

​

​

Tot slot zijn er dan nog de afgezonderde ruimtes of kamers die al dan niet afgesloten kunnen worden. Dit zijn de klassieke ‘time-out’ ruimtes die prikkelarm ingericht worden. Rond het inrichten van een time-out ruimte, vinden we geen aanbevelingen in de literatuur. Ook vanuit de overheid worden er geen richtlijnen gegeven. We merken bovendien dat duidelijke terminologie hier ontbreekt: in principe is een time-out kamer een ruimte die niet afgesloten wordt en dus een andere functie heeft dan de ‘separatiekamer’ of ‘afzonderingskamer’. De ‘separatiekamer’ heeft eveneens het tot rust komen als doel, maar kan wel afgesloten worden. De ‘afzonderingsruimte’ komt vanuit de psychiatrie en noemen we in de wandelgangen vaak de ‘isoleercel’.

 

Leerlingen worden hier tijdelijk opgesloten en gemonitord, met hun eigen veiligheid als uitgangspunt. In praktijk zien we echter dat de betekenis van deze ruimtes door elkaar lopen. Enkel voor deze laatste ruimte, de afzonderingsruimte, voorziet de overheid een aantal richtlijnen (zoals bijvoorbeeld monitoring via kijkvenster of camera, tijdsindicatie voor de leerling in de time-out enz.) . Voor de overige twee ruimtes, zijn er geen richtlijnen voorhanden. We kunnen ons de vraag stellen in hoeverre separatieruimten en afzonderingskamers nodig zijn in het onderwijs.  Sowieso blijft het wel belangrijk dat de veiligheid van de leerling gegarandeerd blijft indien de deur op slot gaat. Wat gebeurt en bijvoorbeeld indien het brandalarm afgaat? Is er een procedure voorzien?  Kan de leerling zichzelf verwonden in de kamer? 

​

In de praktijk in het onderwijs spreken we van een TAVA-ruimte. Deze ruimte krijgt de betekenis van de afzonderingsruimte uit de psychiatrie. Een TAVA-ruimte (Totale Afzondering Van Aandacht of Totale Afzondering Van Aanmoediging) wordt enkel in uitzonderlijke omstandigheden gebruikt, wanneer geen enkele vorm van communicatie meer mogelijk is bij leerlingen die grensoverschrijdend gedrag vertonen en buiten zichzelf zijn (bv. na een conflict, na een crisissituatie, bij een woede-aanval). De ruimte beschermt de leerling tegen zichzelf en andere leerlingen of leerkrachten tegen het gedrag van de leerling. Het voorkomt dat materiaal, meubilair en infrastructuur ernstig beschadigt wordt. De TAVA-ruimte is er om de leerling tot zichzelf te laten komen in een prikkelvrije ruimte. Het is een gesloten, beveiligde afzonderingskamer zonder los meubilair. De ruimte heeft idealiter overal afgeronde hoeken.  De wanden zijn afgewerkt met een speciale mousse en een PVC overtrek zodat de leerling zichzelf niet kan bezeren. 

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

 

Afbeelding 4: voorbeeld van een TAVA ruimte

 

Praktijk

 

1. Wat leert de praktijk ons als we kijken naar time-out ruimtes? 
Ten eerste zien we een zeer grot diversiteit in de ruimtes die in scholen als time-out gebruikt worden: van rusthoekjes in de klas, tuintjes en activiteitenlokalen, tot separatieruimtes (prikkelarme time-out lokalen die op slot kunnen) en TAVA-ruimtes.  We zien in de praktijk dus enkele scholen die een TAVA-ruimte heeft ingericht en gebruikt, andere scholen geven aan vragende partij te zijn voor een TAVA-ruimte. Een tendens die ons toch wel verontrust. 

​

De ruimtes worden – zonder duidelijke richtlijnen voorhanden- ingericht naar eigen mogelijkheden en budget. We zien in sommige scholen dat er wordt samengewerkt met o.a. projecten van Limburg of lokale vzw’s om extra subsidies te genereren voor bijvoorbeeld het inrichten van praktijklokalen, moestuin e.d. 

​

Niet alleen verschilt de fysieke ruimte heel erg tussen scholen, ook het gebruik neemt verschillende vormen aan, van preventieve werking tot curatie, verplichte tijdelijke verwijdering, al dan niet door personeel opgeleid met PTV technieken. De grens met psychiatrie wordt in sommige scholen vaag. Bij het nader ingaan op de procedures en het gebruik van de ruimte, wordt door scholen steeds gerefereerd naar de veiligheid die gegarandeerd moet worden. 

​

Duidelijk wordt dat de doelgroep het huidige onderwijs en haar werking sterk uitdaagt. We zien een meer psychiatrische aanpak in verschillende scholen als curatief antwoord op de problemen waar ze mee te kampen krijgen. Gelukkig zijn er ook andere scholen die steevast de kaart van preventie trekken en inzetten op het versterken van de leraren in handelingsbekwaamheid enerzijds, en bewust te kiezen voor relatie en time-in anderzijds. We dienen samen na te denken over wat dit betekent, welke gevaren er schuilen in het curatief opsluiten van leerlingen en welke andere wegen er mogelijk te bewandelen zijn. 

© 2018 by Time out team Proudly created with Wix.com

bottom of page