top of page

visieontwikkeling

onze VISIE

 

Wij zijn studenten van de banaba buitengewoon onderwijs. Wij hebben een onderzoek gedaan rond het thema time-out. We zijn verschillende scholen gaan bezoeken en hebben een literatuurstudie gedaan. Hieronder kan je onze visie vinden omtrent time-out, deze visie is ontstaan door ons onderzoek, bezoeken en door onderling in discussie te gaan. Deze is niet schoolgebonden en is hoe wij erover denken.

​

Eerst zijn we gaan kijken naar de definitie in de visietekst time-out in het buitengewoon onderwijs. Deze luidde als volgt: “Time-out is een pedagogische maatregel met als doelstelling de leerling tot rust te laten komen en/of het ongewenste gedrag te neutraliseren. De nadruk ligt op het verwijderen van de leerling uit een, op dat moment, niet geschikte omgeving of situatie naar een aangepaste, eventueel afzonderlijke ruimte. De duur van deze maatregel is beperkt in tijd.” (bron: Visietekst time-out in het buitengewoon onderwijs, 2003).

​

We hebben naar deze definitie gekeken met een kritische blik. Hier merkten we op dat we tegen een aantal elementen aanliepen die niet aansloten bij onze literatuurstudie. Zo vinden we het bijvoorbeeld belangrijk dat het doel van time-out tot rust komen is. Wij geloven in een preventieve in plaats van curatieve betekenis van time-out. Hiernaast vinden wij het belangrijk dat er preventief gewerkt wordt en dat er gekeken wordt naar wat er in de klas/school gedaan kan worden zodat de leerling minimaal verwijderd moet worden uit de klas.

​

Door aan de slag te gaan met deze definitie en literatuur zijn we tot de conclusie gekomen dat in onze visie een aantal elementen zeker niet mochten ontbreken. Zo zijn we gekomen tot onze honingraat. In onze honingraat vind je dan ook 8 aandachtspunten die wij belangrijk vinden bij het uitwerken van een time-out.

​

Ten eerste is het belangrijk bij het uitwerken van een visie dat je de bestaande visie kritisch bekijkt en deze steeds blijft aanpassen. Een time-out visie is dynamisch en groeit dus steeds mee met een school(-team). Een visie omtrent time-out is dus erg schoolgebonden.

​

Ten tweede vinden wij preventief werken een belangrijke insteek om zo time-out buiten de klas zoveel mogelijk te voorkomen. Hierin speelt de leerkracht een zeer belangrijke rol. Stimuleer de autonomie en verantwoordelijkheid van leerlingen op verschillende niveaus. Hierdoor zal de leerling zich betrokken voelen bij het schoolgebeuren en verkleinen we op deze manier de kans op time-out.

​

Vervolgens is het belangrijk dat er een procedure wordt aangehouden. Een procedure bestaat uit een aantal opeenvolgende stappen die je kan uitvoeren met/door de leerling. Hierbij geef je de leerling de kans om zich te herpakken/rust in te bouwen. Als leerkracht is het belangrijk om te weten dat elke leerling zijn eigen aanpak nodig heeft. Zo is het mogelijk dat er voor sommige leerlingen bepaalde stappen worden weggelaten, toegevoegd of aangepast. Bij het opstellen van een procedure zijn hiernaast ook twee elementen van essentieel belang: ten eerste dient deze te vertrekken vanuit de visie (en dus niet andersom) én moet deze transparant zijn. Dit betekent dat de procedure helder en gekend dient te zijn voor ALLE betrokkenen (schoolteam, leerlingen, ouders).

​

Hiernaast is registratie ook een relevant element om een visie te vormen. Door een opvolgsysteem te ontwikkelen binnen je school kan je de leerling in kwestie beter opvolgen en nagaan waar(om) het moeilijk loopt voor deze leerling. Zo kan je als team een mogelijke oplossing zoeken. Bovendien laat een duidelijke registratie je toe om ook op schoolniveau zicht te krijgen op mogelijke tendensen en opvallendheden. Deze inzichten helpen dan weer om nog gerichter in te kunnen zetten op preventie.

Netwerk is ook zeker niet te missen in onze visie. Netwerk is meer dan alleen het leerkrachtenteam. Iedereen die een belangrijk contactpersoon is van de leerling valt onder het netwerk. Denk aan ouders/voogden, opvoeders, pedagogen, … Het is belangrijk dat iedereen op de hoogte blijft, hetzelfde weet en op deze manier ook zoveel mogelijk zelf handelt om het zo efficiënt mogelijk te maken voor de leerling.

​

Als we kijken naar de focus op het kind is het essentieel dat je inspeelt op de noden en behoefte van de leerling. Vermits de leerling centraal staat binnen een schoolse context, is het voornaam dat de leerling zich goed voelt. Individuele verschillen tussen leerlingen vragen niet enkel om niveaudifferentiatie, maar ook differentiatie in aanpak, meer specifiek in het geven van vrijheid en verantwoordelijkheid aan leerlingen.

​

Vervolgens kan je nazorg en herstel terugvinden in onze raat en dus ook binnen onze visie. Wanneer een leerling in contact komt met time-out is het aangeraden om aan herstel en nazorg te doen. Bij nazorg wordt de situatie in kaart gebracht en wordt er nagegaan hoe de betrokkenen zich voelen bij het incident/de gebeurtenis. Opvolging is vaak nodig. Bij herstel wordt er samen met de betrokkenen gekeken welke mogelijke ‘schade’ er in de relatie tussen die betrokkenen is ontstaan, en hoe deze hersteld kan worden. Initiatief vanuit de betrokkenen voor het uitspreken over een mogelijke hersteltaak is gewenst. De herstelactiviteit heeft altijd als doel de relatie tussen de betrokkenen te herstellen, alsook eventueel gemaakte (materiële) schade te herstellen. Wanneer je aan herstel en nazorg doet, doe je tevens ook aan preventiewerken. Je komt meer te weten over de situatie en hierdoor kan je er de volgende keer beter op inspelen. 

​

Tot slot is ruimte een thema dat we hier nog aan willen toevoegen. Wij zijn van mening dat een ruimte niet per definitie prikkelarm hoeft te zijn. De ruimte dient wel ingericht te zijn naar het te bereiken doel: kunnen leerlingen hier zelfstandig naartoe komen? Kunnen zij hier rustige activiteiten uitvoeren? Tot rust komen? … enz. Er wordt een onderscheid gemaakt in terminologie tussen een time-in ruimte, een time-out ruimte, een separatieruimte en een afzonderingsruimte. Wij geloven voornamelijk in de werking van de eerste twee. Een ruimte waarin een leerling (tijdelijk) opgesloten wordt, zijn wij geen voorstander van in een schoolse setting. De autonomie van de leerling wordt hier volledig weggenomen.

​

Bij het uitschrijven van een visie vinden wij het belangrijk dat alle raten voorkomen in de visie. De 8 raten hangen dan ook in verbinding met elkaar: het ene beïnvloedt het andere. Wanneer één van de raten niet aanwezig is, zijn wij van mening dat de visie niet compleet is. Hiernaast is ook een belangrijk uitgangspunt dat je er als team moet achterstaan en alle actoren samen kunnen nadenken over de visie van een school. We vinden het hiernaast ook belangrijk dat een visie niet vaststaat maar steeds blijft vernieuwen door nieuwe ervaringen en gebeurtenissen. De visie wordt het beste neergeschreven zodat mensen hier altijd naar terug kunnen grijpen, het geeft ook een zekere houvast. Natuurlijk is een visie sterk schoolgebonden.

Een duidelijke oproep dus om het thema ‘breed’, in al zijn facetten, te onderzoeken op schoolniveau.

​

literatuur

In het boek van Henk Weymeis ‘Wij zijn gedrag’ staat genoteerd hoe je als school aan visieontwikkeling en beleidsvorming kan doen. Bij het opstellen van een visie is het belangrijk dat heel het team achter de visie staat, dit kan je doen door verschillende disciplines te betrekken bij het opstellen van de visie. Enkel op deze manier is het hele schoolteam en zijn de verschillende perspectieven echt betrokken.

 

Door participatief te werken wordt bovendien getracht verbondenheid te creëren, maar ook om inspraak en autonomie te verlenen aan elke deelnemer die hieraan meewerkt. Het is belangrijk dat de eigenheid van de school zichtbaar is in de visie omtrent time-out, kijk maar naar de verschillende intelligenties van Gardner Kolb. Het is belangrijk dat een visie niet in één keer wordt gevormd maar dat er ook ruimte moet zijn om de visie te evalueren en te verbeteren. Een degelijk uitgeschreven visie vraagt tijd. 

 

In het boek “Even op adem komen” van VLOR (Vlaamse onderwijsraad) staan zes bouwstenen beschreven omtrent het uitbouwen van een visie rond time-out. Ook deze kunnen een leidraad vormen. In volgende alinea lichten we deze zes bouwstenen kort toe.

​

Bouwsteen 1:

Het belang van een uitgesproken visie als basis voor integrale kwaliteitszorg. Fred Korthagen heeft in september 2012 tien uitgangspunten geformuleerd voor de onderwijspraktijk in zijn Pedagogisch Manifest. Hiermee deed hij een oproep om na te denken over het onderwijs. Hieronder vindt je één van de tien uitgangspunten als voorbeeld.

 

  • Idealen, inspiratie en persoonlijke kwaliteiten kunnen omgezet worden in acties in het hier-en-nu. Dat geldt voor leraren, leerlingen, schoolleiders, ouders,… het is niet nuttig te wachten. Acties zijn het begin van verandering en groei.

​

​

  • Van visie naar actie! De onrust die door onze beleidsmakers vaak wordt bewerkstelligd, mag geen verlammend effect geven en ons weerhouden om binnen de school actie te ondernemen. Onze handelingsplannen dienen acties te bevatten waar  iedereen (van leerling tot schoolleider) beter van wordt.

​

Bouwsteen 2:

Goede beeldvorming. Als eerste is het van groot belang om de leerling zijn volledige context te bekijken. Daarnaast moeten ouders en schoolmedewerkers beschouwd worden als een onmisbare schakel om een goede beeldvorming te vormen en verantwoorde keuzes te maken binnen de begeleiding van de leerling. 

 

Bouwsteen 3:

De grondhouding van de schoolmedewerker. Een goede grondhouding van de schoolmedewerkers is een voorwaarde voor de pedagogische relatie en is een model voor de leerling. Volgende dingen kunnen getuigen van een sterke grondhouding. Ga enerzijds verbinding aan met leerlingen, stel anderzijds de nodige grenzen. Wees als schoolmedewerker model voor het gedrag dat je verwacht van leerlingen (Gentle teaching, John McGee). Werk behoefte-ondersteunend vanuit de zelfdeterminatietheorie (Marc Vansteenkiste). Hierdoor kan je inzetten op de autonomie van leerlingen. Als laatste is het belangrijk om aandacht te besteden aan teams, zorgen deel je namelijk niet alleen.

 

Bouwsteen 4:

Van time-out naar time-in.  Kansen op zelfregulatie bij kinderen moeten zoveel mogelijk vergroot worden door interventies in de omgeving te organiseren. Verbondenheid staat hierbij steeds voorop.

 

Bouwsteen 5:

Goed onderwijs is de beste preventie voor gedragsproblemen. Hierbij hou je rekening met een goede pedagogische relatie en een sterk cognitief onderwijs. Onderwijs zo organiseren dat het van leerlingen goede denkers maakt.

 

Bouwsteen 6:

Emancipatorisch werken. Emancipatorisch werken is het spanningsveld tussen zelfbepaling van de leerling en de sociale bepaling door de ouders, leraren, team, school,… Het emancipatorisch denken wordt gestimuleerd door een ontevredenheid met de relatie tussen hulpverlener/leraar en de leerling met zijn beperking. 

​

​

​

© 2018 by Time out team Proudly created with Wix.com

bottom of page